Vrij korte verhalen

Achtbaan

Trancedente herrie, dat bestaat. De lucht is leeg, de wereld om mij heen is stil, maar toch stormt het in mijn hoofd. Wat stormt er dan precies? Het zijn geen gedachten. Het zijn zelfs geen gevoelens. Het is een achtbaan van onuitgesproken, ongearticuleerde... emoties? Ik wil weleens iets heel erg graag. Of ik ben weleens ergens heel bang voor. En nu heb ik beide, zo lijkt het. Maar dan zonder het iets en het ergens. Ik wil graag en ik ben bang. Ik wil en ik ben. Zelfs dat niet. Het is alleen ik. Maar dan als achtbaan, snap je?

De wereld is ook zo stil niet als hij lijkt. Het is windstil en er vliegt geen vogel. Maar ergens rijden auto's. Ergens gonst het van de mensen. Ik zie of hoor het niet, maar het is er wel. De lucht zindert en krioelt van de drukte. Maar dan zonder die drukte. De lucht zindert en krioelt. Of eigenlijk alleen: de lucht. Maar dan als een achtbaan, snap je?

Lopen valt niet mee in die omstandigheden. Waar zou je ook heen moeten? Hoewel het elders gonst van de mensen, weet je dat je ze toch niet zult vinden. Dat is geen zekerheid. Theoretisch moet je ooit een keer bij ze uitkomen, als je maar lang genoeg blijft zoeken. Maar in de praktijk valt het steeds tegen. Je hoeft ook niet naar die drukke plek. Een paar mensen is al genoeg. Als het aardige mensen zijn.

Ritjes in een achtbaan duren altijd maar heel kort, toch?