Vrij korte verhalen

Doos met deur

Victor stond er wat verloren bij, zo tussen de vele scherven van wat eens het zoveeldelig servies was geweest. Hij veegde wat kruimels porselein van zijn schouder en dacht: een verhaal. Hier is een verhaal nodig. Hij schraapte direct zijn keel.

‘Het was op een donderdagmiddag...’ begon hij. ‘Of was het nou een woensdag? Nee, het was een donderdagmiddag.’ Hij pauzeerde even en kneep zijn ogen dicht.

‘Op een willekeurige donderdagmiddag dus, liepen de goudgeel glanzende golden retriever Victor -ja, hij heette ook Victor, heel toevallig- en Masha, de magere lapjeskat die altijd minzaam keek, samen over de stoep. Inderdaad, een hond en een kat liepen pardoes samen naast elkaar over de stoep. Het was een wonderlijk schouwspel. Maar het werd nog wonderlijker, want opeens hield Victor halt, gooide wild zijn kop achterover en riep heel hard: “Kwak!” Precies alsof hij een eend was. En daarop draaide Masha, die was doorgelopen, zich zeer verbaasd om en zei: “Mallerd. Je bent toch helemaal geen eend?” Waarop Victor antwoordde: “En jij dan? Een pratende kat? Je bent zelf mal.” En tevreden ging hij wat zitten hijgen. Zomaar midden op straat, want dat is nu eenmaal wat golden retrievers doen.’

De vrouw aan de andere kant van de kamer, die nog wat na stond te hijgen van al dat gooien met het zoveeldelige servies, moest even lachen om dit verhaaltje, maar al snel betrok haar gezicht. ‘Zo makkelijk kom je er niet vanaf,’ zei ze dreigend. ‘Het is nog steeds jouw schuld, hoor je me?’

Victor zuchtte. ‘Als je erop staat om alles vanuit je eigen perspectief te beschouwen komen we nooit verder,’ zei hij. ‘Dan ga je projecteren. Er zijn altijd twee kanten aan een zaak, dat weet je toch? Je moet de kwestie ook vanuit de andere kant kunnen bezien.’

‘Als er twee kanten aan de zaak zijn,’ zei de vrouw, ‘dan heb jij per definitie ook geen gelijk.’ Ferm sloeg ze de armen over elkaar. ‘Want vanuit jouw perspectief leg je precies alles bij mij neer. Leg maar eens uit waarom dat beter is.’

Op dat moment ging de bel en zonder te wachten opende de deur vanzelf. Op slag was het stil. Want wat was dat? Een hen vreemde hond liep zomaar naar binnen. Rechtop, op zijn achterpoten! Maar met zijn voorpoten maakte hij sussende gebaren.

‘Even rustig mensen...’ zei het dier met donkere stem. Rustig nam het plaats op een stoel. ‘Jullie dilemma, het woord zegt het al, zit in de veronderstelling dat er maar twee mogelijkheden zijn. Het is het één of het ander en niks ertussen. Maar dat is toch helemaal niet gegeven? Denk eens wat meer out-of-de-box, of buiten de mand, zoals ik altijd zeg, en veronderstel dat er een nieuwe, derde mogelijkheid is, die de beide standpunten overstijgt en jullie beiden kan verenigen in een diepere, en tegelijktijd hogere waarheid. Iets onmogelijks bijvoorbeeld, iets fantastisch. Dat kan! Probeer het maar eens.’

‘Iets fantastisch... Zoals een hond die op zijn achterpoten loopt en die kan praten zeker,’ sprak de vrouw smalend.

‘Precies,’ sprak de hond.

Op dat moment ging de deur weer open. Dit keer kwam er een lapjeskat naar binnen, maar deze liep op vier poten, gewoon zoals het hoort. Al begon ook de kat te praten.

‘Als er een derde, fantastische mogelijkheid is...’ zei de vrouw.

‘... dan is er ook een vierde, fantastische mogelijkheid, compleet met een pratende kat,’ vulde het beest aan. En met zijn staart gaf hij de hond een flinke mep, want in sommige situaties zijn woorden alleen gewoon niet genoeg.

‘Ok, vooruit,’ zei de man, wrijvend over zijn pijnlijke neus. ‘Jij wint. Deze keer.’ Maar snel ging hij op de grond zitten. En voor iemand in had kunnen grijpen, vrouw, kat of hond, gooide hij zijn hoofd achterover en begon hij te kwaken. Luid en indringend, dat het een lieve lust was.